Het gaat goed met de visbestanden in de Noordzee. Dat stelden de visserijbiologen van de ICES (International Council for Exploration of the Seas, gevestigd in Kopenhagen) vorige week tijdens de presentatie van de vangstadviezen voor 2012. De Nederlandse vissector ziet dat het co-management zijn vruchten afwerpt. De vissers op de Noordzee hebben heel veel verantwoorde maatregelen genomen, waarvan het effect goed merkbaar is.
De Nederlandse vissers vissen inmiddels enkele jaren volgens een ‘platvisbeheerplan’. Een flinke groei van het scholbestand maakt een verhoging van de quota mogelijk. Die verhoging is wel beperkt tot 15 procent, te weten: 84.500 ton, omdat het beheerplan maar een maximale bijstelling van 15 procent naar boven of naar benden bepaalt.
Het kabeljauwbestand laat zich maar niet herstellen. Nederland doet feitelijk geen gerichte kabeljauwvisserij meer en de vissers begrijpen dan ook niet waarom de kabeljauwstand niet herstelt. Tot op heden heeft Nederland hiervoor slechts 10 procent van het totale EU-quotum.
Met de verwachting dat de haringstand zal toenemen naar twee miljoen ton is de vangsthoeveelheid opnieuw met het maximale groeipercentage van 15 procent verhoogd naar 230.000 ton in 2012.
Volgens de meest voorzichtige beheermethode (MSY) zou er in 2012 478.000 ton gevangen mogen worden. De industrie vindt dat dit laatste getal als TAC voor 2012 moet gelden en dat daarom het managementplan moet worden aangepast, want op dit moment leidt het management plan tot onderexploitatie van het Noordzeeharingbestand. Dat kan niet de bedoeling zijn. We moeten voorzichtig beheren en dat is op basis van MSY, maar niet nog voorzichtiger, hetgeen nu het geval is. (foto Visserijnieuws.punt.nl)