Stevie Wijnings en Bram de Vos openden negen jaar geleden hun eerste viswinkel: Havenzicht in Etten-Leur. Inmiddels hebben ze drie winkels: twee in Etten-Leur en één in Breda. Haring staat bij al deze viszaken centraal. Dit jaar houden ze voor het tweede achtereenvolgende jaar een eigen haringtest onder hun klanten. Dat levert interessante informatie op en houdt het enthousiasme voor de haring levend.
Havenzicht lijkt niet de meest logische naam voor een viswinkel aan een pleintje in Etten-Leur, waar geen water te bekennen is. “Er was hier vroeger een haventje, waar Stevie’s grootouders een café hadden. Zij hebben de naam verzonnen en waren daar ontzettend trots op”, vertelt Bram de Vos.
Vol enthousiasme openden hij en Stevie Wijnings begin 2012 hun eerste viswinkel in Etten-Leur. Bram heeft een visachtergrond, met veel ervaring in de ambulante handel. Stevie komt uit een ondernemersgezin, werkte in een sportschool en wilde al langer een eigen bedrijf. Toen hadden ze niet kunnen bevroeden dat ze 2,5 jaar later al een tweede winkel zouden openen. “We wilden ons graag verder ontwikkelen,” vertelt Wijnings. “Net op dat moment kwam er een viswinkel aan de andere kant van Etten-Leur te koop. Dus een andere doelgroep en uitbreiding van ons verkoopgebied.”
Leuk pandje
Stevie Wijnings en Bram de Vos genieten van de haringtijd (foto: Henk Riswick).
Na nog eens 2,5 jaar kwam een collega met het idee voor een derde winkel. De Vos: “Hij wist een leuk pandje in Breda, dat perfect zou zijn voor een viszaak. Wij zijn gaan kijken en dachten: dit kunnen we niet laten lopen.”
Inmiddels zijn er dus drie Havenzicht-winkels. Het assortiment is vrijwel gelijk bij al deze zaken. De Vos: “Het klantenbestand verschilt natuurlijk wel. We hebben vooral veel vaste klanten, in alle drie winkels.”
Binnen dat assortiment speelt haring een hoofdrol. Het hele jaar eigenlijk, maar vooral als de Hollandse Nieuwe er weer is. Wijnings licht toe: “Ik kom niet uit de viswereld, ik wilde vooral ondernemen. Ik had snel door dat haring heel belangrijk is voor een viswinkel, dus wilde ik daar heel goed in zijn en zijn we echt op haring op gaan focussen. Zes maanden nadat we open waren hebben we de AD-haringtest hier uitgenodigd. Het is dan natuurlijk afwachten of ze langskomen, maar dat gebeurde. En we scoorden een 9,5. Ook daarna zijn ze nog verschillende keren langs geweest en ook daarna behaalden we steeds een hoge score. ”
Reuring
(© Henk Riswick)
Bij de drie Havenzicht-zaken hebben ze er veel energie en tijd in gestopt om een topharing te realiseren (foto: Henk Riswick).
Zijn compagnon vult aan: “Haring is een supermooi product. Wij hebben er heel veel energie en tijd in gestopt om echt een topharing te presenteren. Die snijden we altijd vers, vooraan in de winkel. Er ligt hier nooit een schaal met haring in de vitrine. De AD-haringtest gaf altijd heel veel aandacht voor de haring. Wij willen dat er reuring rondom de haring blijft. Onder jongeren werd de haring een tijd minder populair. Daarom willen wij als jonge ondernemers juist haring veel aandacht geven.”
De twee ondernemers besloten daarom een eigen haringtest te ontwikkelen. Wijnings: “We hebben er een aparte website voor laten bouwen. We vragen onze klanten die haring kopen wat ze daarvan vinden, zodat er iets gebeurt met die haring. Het moet leven! En dat gaat niet vanzelf. Zo hou je het enthousiasme levend; je ontdekt hoe de klant je service ervaart en het creëert publiciteit.”
Eigen test met prijzenpakket
De ondernemers van de drie Havenzicht-winkels houden dit jaar voor de tweede keer hun eigen haringtest via een aparte website. “Wij hebben er vorig jaar een prijzenpakket aan gekoppeld, samen met andere winkeliers uit de buurt. Die prijzen werden willekeurig verloot onder de deelnemers. Zij konden de prijzen in onze winkels ophalen. Daar besteden we iedere keer aandacht aan op onze sociale media, dat levert extra publiciteit op.”
Supervet
Vooraan in de viszaak wordt de haring vers gesneden (foto: Henk Riswick).
Het laten invullen van de vragen in de test heeft bovendien als extra voordeel dat je kunt zien waar je bereik zit en in welke leeftijdscategorie, aldus De Vos. Het gaf de door de ondernemers gewenste extra aandacht die de haring nodig heeft. “Het is supervet om zoiets te doen. En omdat wij er zo actief mee bezig zijn, blijft onze verkoop goed lopen. Dat is leuk voor het hele team want haring blijft een belangrijk product voor de viswinkel. Je kunt je er zo mee onderscheiden”, vindt Wijnings.
“We genieten altijd van de haringtijd,” vult De Vos aan. “Het is zo’n bijzondere periode. We staan met het hele team helemaal op scherp. We zijn vooraan in de winkel aan het snijden, we geven uitleg aan de klanten. Het geeft altijd een topsfeertje in de winkel.”
En dat geldt voor alle drie Havenzicht-zaken. Hoe kijken de heren terug op de ontwikkeling van hun bedrijf? Beide geven ze aan dat het een weloverwogen keuze was om te groeien. De Vos: “Het was een grote verandering, waar we ook echt de tijd voor genomen hebben. Daarvoor hadden we nauwelijks personeel, we stonden altijd met z’n tweeën in de winkel. Daarna moesten we meer mensen aannemen en werkten we op verschillende locaties.”
Veel geleerd
Wijnings: “Het was niet altijd makkelijk, maar we hebben er veel van geleerd. Die tweede winkel had al een klantenkring, daaraan moesten we ons waar mogelijk aanpassen. We stonden daarom bewust allebei in beide winkels, de een door de week , de ander in het weekend. Zo wisten we allebei wat er in beide winkels speelde.”
Bij elke nieuwe winkel, begon het hele proces weer opnieuw: personeel aannemen, groeien, bijleren. “Een groot compliment was dat klanten in onze eerste twee winkels zeiden: wat fijn dat de kwaliteit hetzelfde is gebleven. Dat was supertof om te horen”, vindt De Vos.
Zijn compagnon zit inmiddels drie dagen per werkweek op kantoor, terwijl De Vos fulltime in de winkels te vinden is. “Ik sta het liefst achter de toonbank. Toen we een tweede winkel openden, heb ik meteen gezegd: ik wil wel het contact met de klanten en het product houden. Natuurlijk zijn er heel veel taken bijgekomen, waaronder de aansturing van het team, maar mijn hoofdtaak is hetzelfde, de rest komt erbij.”
Overzicht
Vrijwel het hele assortiment is in alle drie winkels gelijk (foto: Henk Riswick).
Wijnings vindt juist de afwisseling fijn. “Het kantoor op orde hebben en daarnaast in de winkel werken. Ik zou het administratieve deel niet willen uitbesteden. Daardoor hou ik zelf het overzicht. Hoe groter het bedrijf wordt, hoe meer randvoorwaarden en organisatorische zaken er zijn. Personeelsgesprekken, marketing, planning. Eerst gebeurde dat allemaal in het weekend of de avonden. Dat gaat nu niet meer, het kost met drie winkels flink wat tijd.”
De uitbreiding naar drie verkooppunten heeft zeker ook ups en downs met zich meegebracht, aldus Bram de Vos. “Je bent ondernemer, eigenaar, je moet van A tot Z alles regelen, een heel team mensen in leuke harmonie met elkaar laten samenwerken, zorgen dat ze goed in hun vel zitten. Iemand een haring leren snijden is niet zo moeilijk, maar zorgen dat ze elke dag blij binnenkomen en weer de deur uitgaan is een ander verhaal. We hebben nu 23 mensen in dienst, waaronder vijftien fulltimers. Bij die laatste groep voelen we ons verantwoordelijk voor het gehele gezin. Dat geeft wel druk, maar ook een trots gevoel.”
Personeel
De personeelsgesprekken doen ze altijd samen, soms ook nog met een directe collega van de betrokkene erbij. Bram: “Met drie winkels werk je niet dagelijks met alle personeelsleden. Dan is het goed om er iemand bij te hebben die wel elke dag met de persoon in kwestie samenwerkt.”
Facebook, andere social media en de mail doen beide eigenaren altijd zelf. “Ook tijdens vakanties. En we zijn altijd bereikbaar voor het personeel als we er niet zijn. Als er een keer iets speelt onder de medewerkers, willen we dat graag direct horen. Dingen oppotten is niet goed voor de werksfeer.”
Of er nog een vierde winkel komt, zal afhangen van de meerwaarde daarvan, aldus Wijnings. “Zowel op zakelijk als persoonlijk gebied. We zijn niet op zoek, maar als er op dit moment iets voorbij komt, kijken we daar wel serieus naar.”