Onderbenutting van platvisquota

22 maart 2022 Willem M. den Heijer
Met of zonder pulstechniek; het optimaal benutten van het tongquotum blijft ook in 2022 een uitdaging (foto: Willem den Heijer)

Een gunstige inschatting van de grootte van een visbestand en daaraan gekoppeld een ruim quotum, is geen garantie op het binnenhalen van volle netten. Dat blijkt uit benuttingscijfers van de platvisquota over 2021, die ver beneden peil liggen.

Het is opmerkelijk dat de Nederlandse kottervloot van boomkorkotters al jarenlang geen kans ziet om het jaarlijkse scholquotum optimaal te benutten. Schol is echter niet de enige soort. Tong laat zich ook zeer moeilijk vangen. In 2021 hebben boomkorkotters van zowel het schol- als tongquotum nog niet de helft boven water weten te halen. Vreemd genoeg staan beide bestanden er volgens biologen goed voor. De scholstand bevindt zich nog steeds op een aanzienlijk hoog niveau en schommelt rond de 850.000 ton. Het scholquotum bedroeg vorig jaar 39.093 ton met een benutting die uitkwam op 38 procent. Dat is veel minder dan de helft. De komende jaren zullen uitwijzen in hoeverre de vloot veerkrachtig genoeg is om hierop te anticiperen.

Verschuivingen

Een paar jaar geleden liet platvisbioloog Adriaan Rijnsdorp tijdens een symposium al weten dat de schol bezig was met een opvallende migratie naar het noordwesten. In december 2021 maakte het Britse visserijvakblad ‘Fishing News’ melding van groeiende bijvangsten aan schol rondom Shetland. Een visser vertelde dat hij zelfs boven Shetland een tong in zijn net aantrof. Alsof tong de schol achtervolgt. Verschuivingen die, zo lijkt het, nauwelijks zijn bij te houden. Rijnsdorp maakte zich ook zorgen om de focus van de Nederlandse vloot op het vangen van de jongere jaarklassen in de zuidelijke Noordzee. Het zijn vooral de volwassenen die volgens hem noordwestwaarts trekken en daar eigenlijk nauwelijks bevist worden.

Het scholquotum bedroeg vorig jaar ruim 39 ton, daarvan werd slechts 38 procent benut

Kleinste sortering

Zijn zorg destijds over een te gerichte visserij op kleinere schol blijkt niet uit de lucht gegrepen. In 2016 landde de vloot nog 48.634 ton schol aan. Zo’n 20.321 ton was schol IV, de kleinste sortering. Dat is 41,7 procent. In 2020 werd nog maar 19.651 ton schol aangevoerd, waarvan 11.444 ton schol IV. Schol IV maakte dus 58,2 procent uit van het totale aanbod. Niet alleen namen de vangsten in vier jaar tijd met meer dan de helft af, het aandeel van de kleinste sortering schol nam in de totaalvangst juist sterk toe. Een bewijs dat in de zuidelijke Noordzee meer jonge dan volwassen schol rondzwemt. Bij gebrek aan volwassen schol die kwalitatief betere kuit produceert, zal de omvang van de scholstand aldaar hoogstwaarschijnlijk nog verder afnemen.

Kuitzieke schol

Platvis visserij_foto Willem den Heijer_2 (© Willem den Heijer)

Schrale scholvangsten zijn de laatste jaren geen uitzondering (foto: Willem den Heijer).

De vloot heeft verder nog een scholquotum dat opgevist mag worden in het Skagerrak. De benutting van dat quotum is vrijwel optimaal. Tot en met 16 december bedroeg dat 84 procent. Kotters die daar seizoensmatig vissen, richten zich dan ook hoofdzakelijk op schol. Tong is daar louter bijvangst, maar ook daarin is een lichte stijging geconstateerd. In de zuidelijke Noordzee ligt de nadruk op het vangen van tong. Maar waar vroeger volop schol werd meegevangen, moeten de boomkorkotters het de laatste jaren doen met weekvangsten van krap twintig tot hooguit vijftig kisten schol. Zelfs de kuitzieke scholperiode, wanneer de vrouwtjesschollen bijkans voor het oprapen liggen, laat geen opvallend ruime vangsten zien.
Tongvangsten zijn eveneens zorgelijk. Het tongquotum wordt al jaren achtereen niet optimaal benut. In 2020 bedroeg het quotum 13.930 ton met een benutting van 48 procent. De vloot voerde toen 6.701 ton tong aan. Vorig jaar lag het quotum hoger. Toen mocht de vloot 15.838 ton tong aanlanden. Daar is geen profijt van getrokken, want tot en met eind december beliep de vangst 6.174 ton tong en dat betekende een benutting van slechts 39 procent. Dus aanzienlijk minder dan de helft.

Platvisbestand

Vastgesteld kan worden dat ruimere quota niet direct leiden tot ruimere vangsten. Op basis van de aanvoerstatistieken kan de vraag gesteld worden of biologen de platvisbestanden niet te optimistisch hebben ingeschat.

De verhoging van het tongquotum in 2021 ten opzichte van 2020 heeft dus niet geleid tot meer vangst. De sterke jaarklasse van 2018 heeft nauwelijks kans gezien om de vloot op weg te helpen. Na twee jaar (april 2020) was deze nog niet in de vangsten gesignaleerd. Maar ook niet na drie jaar (in april 2021). Pas halverwege het najaar van 2021 liet de jaarklasse 2018 zich als tong klein-middel in de vangsten zien.

Balans

Voor dit jaar hebben Nederlandse kotters 28 procent minder tong toebedeeld gekregen. Of daarmee het quotum van 2022 volledig benut gaat worden, zal moeten blijken. Sinds januari vertonen tongvangsten een lichte groei. Uitgaande van de cijfers zou er dit jaar wellicht een balans kunnen ontstaan tussen het beschikbare quotum en de vangsthoeveelheid.

Dit is een artikel uit Vismagazine 2-2022. Wil je meer van dit soort artikelen lezen? Neem dan een abonnement op Vismagazine en ontvang negen keer per jaar Vismagazine. 

Ja, ik neem een abonnement

Altijd op de hoogte blijven?