De broers Klaassen (EH-49) palingvissers op het IJsselmeer; uitstervende soort? (foto Michel Verschoor)

Wat is voor Nederland de waarde van een internationaal rapport dat stelt dat een derde van de wereldwijde zoetwatervissen met uitsterven wordt bedreigd? Die waarde is beperkt. Veel van de problemen die het Wereld Natuur Fonds (WNF) opsomt in het recente ‘Vergeten-vissen-rapport’ zijn in Nederland al aangepakt of worden onder handen genomen.

Sportvisser, VIS TV-presentator, ecoloog en Sportvisserij Nederland-medewerker Marco Kraal kent de Nederlandse situatie als geen ander. Wekelijks, soms zelfs dagelijks, is hij voor zijn hengelvisserij, onderzoek, werk en opnames aan het water. Kraal stelt onomwonden: “De situatie in Nederlandse meren en rivieren is sterk verbeterd ten opzichte van veertig jaar geleden. De waterkwaliteit is overal sterk toegenomen, wat een gunstig effect heeft op de soortenrijkdom en ook voor trekvissen zoals zalm en steur is er hoop dankzij de komst van talloze vismigratie­voorzieningen. Vergelijk dat met de situatie van een collega die in Taiwan wilde gaan vissen. Die moest eerst een uur lang door een open riool vol plastic afval varen om in schoon water te komen waar hij de hengel kon uitgooien.” Met uitsterven bedreigde soorten zijn er nauwelijks in ons land. Kraal: “Met veel soorten gaat het zelfs stukken beter. We zien meer barbeel, meer houting en ook meerval doet het uitstekend.”

Trendbreuk

Marco Kraal met snoekbaars_foto Marco Kraal

De situatie in Nederlandse rivieren en meren is sterk verbeterd, vindt Marco Kraal van sportvisser en ecoloog. Met veel zoetwatervis gaat het daardoor beter (foto: Marco Kraal).

Paling dan misschien? Veel wetenschappers, kritische visserijkenners en visactivisten wijzen steevast op het feit dat de intrek van glasaal nog slechts enkele procenten is van de intrek in pakweg 1970. Daar staan beroepsvissers en recreatievissers tegenover die hun palingvangsten de afgelopen tien jaar juist flink zagen toenemen. Er bestaan op dit moment zoveel onoverbrugbare meningsverschillen over de palingstand dat een genuanceerd beeld meer dan een alinea vergt. Misschien moeten we het samenvatten met de woorden van palingwetenschapper Willem Dekker, die enige tijd terug een duidelijke trendbreuk constateerde, het gaat in Nederland niet langer slechter met de intrek van glasaal en de uittrek van schieraal, maar langzaamaan de goede kant op.

Laten we hiermee een misverstand de wereld uit helpen. Als internationale natuur- en milieuorganisaties, zoals het WNF, weer de alarmbel luiden over ‘Het leven onder water’ (Sustainable Development Goal 14 binnen VN Agenda2030) is het gepresenteerde wereldwijde drama zelden een-op-een van toepassing op de Europese of Nederlandse situatie. Of het nu gaat om ‘overbevissing’, chemische waterverontreiniging of over de gevolgen van microplastics en plastic soep in ‘de oceanen.’

Aziatische vissers

Paling_foto Michel Verschoor

De palingvangst is de afgelopen tien jaar flink toegenomen (foto: Michel Verschoor).

Zelden onthullen marketing- en communicatie-afdelingen van ngo’s dat Europa op vrijwel alle fronten mijlenver voorligt in het oplossen van zulke problemen. Zo kieperen wij geen vuilniswagens vol afval in rivieren, zoals in Azië gebeurt. En Aziatische vissers vissen ook geen zeeafval op dat zij in big bags op de kade aanbieden voor recycling, zoals de bemanning van 140 Nederlandse kotters wekelijks doet en waardoor de Noordzee, zelfs volgens Stichting De Noordzee juist schoner wordt. Ook overbevissing is - zoals de Netflix shock doc Seaspiracy nu weer gretig suggereert – echt geen wereldwijd fenomeen.
Dankzij Europese wet- en regelgeving, jaarlijks gemonitorde en jaarlijks bijgestelde vangstquota, vangstregistratiesystemen aan boord en visserijcontrole op zee, is overbevissing in de Noordzee en in de Waddenzee vrijwel afwezig.

Noordzeevisbestanden worden duurzaam beheerd en duurzaam geoogst. Dat geldt ook voor de visbestanden in het Nederlandse (zoete) binnenwater. Het handvol binnenvissers dat over is, vist naar draagkracht van het water, houdt zich aan gesloten visserijtijden en zet beschermde soorten terug. Sportvissers doen in toenemende mate aan catch & release en mogen soorten als zalm, meerval, snoek en paling zelfs niet meenemen voor de pan.

Voedseltekorten

Zeelt_foto Michel Verschoor

Jonge zeelt (foto: Michel Verschoor).

Zeker, wereldwijd spelen tal van problemen, zoals de WNF-rapportage stelt, die de circa 18.075 verschillende soorten zoetwatervissen bedreigen. Dat kan leiden tot voedseltekorten onder circa 200 miljoen Aziaten, Afrikanen en Zuid-Amerikanen, die net als wij van gezonde eiwitten afhankelijk zijn. Overbevissing is in armere landen zeker het grootste gevaar. Naast vernietiging van de natuurlijke leefomgeving, visbarrières zoals nieuwe waterkrachtdammen, sluizen en gemalen in vrij stromende rivieren en afwateringskanalen en vervuiling door landbouw en industrie. Wat betreft de waterkeringen en waterkrachtcentrales is die dreiging er zeker ook in Europa. Vooral in Zuidoost Europa waar het aandeel waterkracht snel toeneemt.

Op dit punt is Herman Wanningen minder optimistisch over de Nederlandse en Europse visbestanden dan Marco Kraal. Wanningen is een van de initiatiefnemers van de Vismigratierivier (door de Afsluitdijk) en directeur van World Fish Migration Foundation. Hij wijst naar de rijkdom van haring, ansjovis, spiering en paling in de voormalige Zuiderzee, en de relatieve ‘schraalheid’ in de huidige zoetwaterplas.
De zoute zee werd een zoet meer, hermetisch afgesloten door een dijk. Zoals ook veel open zeeverbindingen in Groningen, Noord- en Zuid-Holland en Zeeland door noodzakelijke waterkeringen zijn afgesloten om watersnood te voorkomen. Waterveiligheid kwam met een prijs, en die prijs is dat trekvissen zoals paling, zalm, zeeforel, spiering, houting, fint en steur sindsdien de neus stoten en dat haring en ansjovis de paaitijd elders doorbrengen.

Zuiderzee

Wanningen: “Van de visrijke delta die Nederland ooit was, is weinig over. Jazeker, ons water is schoner en er is vis. In vergelijking met veel andere landen is de situatie in Nederland best okay, maar er is wel veel minder vis dan vroeger.”

Hij ziet tegelijkertijd dat dit besef tot actie leidt. “Overheden zetten zich in voor het openen van kustbarrières. De ‘kier’ in de Haringvlietdam is daar een goed voorbeeld van, maar ook elders zijn bijvoorbeeld waterschappen druk met het aanleggen van vispassages.”

Of die inzet voldoende is, valt te betwijfelen. Er zijn duizenden visbarrières in Nederland en het aanpassen kost veel geld en tijd. “Bovendien valt er nog wel iets af te dingen op veel vispassages”, weet Wanningen. “Uit een quickscan van Arcadis blijkt dat een meerderheid niet goed werkt en dat regulier onderhoud op veel locaties ontbreekt. Er is nog een wereld te winnen.”

Trekvissen

Snoekbaars_foto Marco Kraal

Jonge snoekbaars (foto: Marco Kraal).

De slogan van Wanningens’ organisatie luidt: ‘Nederland weer vol met trekvis’. Trekvissen zijn volgens Wanningen indicator en icoon voor een gezond ecosysteem. Nu zwemmen jaarlijks nog honderden miljoenen vissen doelloos voor de Nederlandse kust heen en weer, op zoek naar een veilige entree van zout naar zoet, zodat zij op zoet water kunnen paaien.

De ook internationaal prestigieuze Vismigratierivier tussen de Waddenzee en het IJsselmeer, gaat daar onder andere verandering in brengen. De aanleg van deze grootste nationale vispassage is inmiddels goed op stoom. Wanningen verwacht na de opening dat het IJsselmeer weer vol gaat lopen. Met spiering onder andere, dat stapelvoedsel is voor veel vissen en vogels. Zalm en zeeforel kunnen straks via het IJsselmeer weer de Overijsselse Vecht optrekken: “Zodat vliegvissers niet meer naar Denemarken hoeven.”
Of er wat hem betreft nog ruimte is voor beroeps­binnenvissers, vragen we Wanningen, want die lijken, zoals de palingvissers op het IJsselmeer, een uitstervende soort te worden. “Ik ben niet tegen de visserij. Ik denk dat vissers ook in de toekomst met gezond verstand en gebalanceerd kunnen oogsten. Maar om het ambacht veilig te stellen, zullen vissers ook met de tijd moeten meegaan. Jaarrond vissen is er misschien niet meer bij. Vissers zullen de inkomsten kunnen aanvullen door bijvoorbeeld een deel van het jaar in opdracht de vistanden te monitoren, zoals nu ook wel al gebeurt. De binnenvisserijsector zou een toekomstplan kunnen maken, rekening houdend met de huidige ontwikkelingen in het water- en natuurbeheer.”

Marco Kraal wijst er nog op dat we daarbij niet voorbij mogen gaan aan nieuwe potentiële gevaren, die juist wel bij ons spelen en die niet alleen de toekomst van Nederlandse zoetwatervis, maar ook de toekomst van veel vissers bedreigen. “Er zijn vergevorderde plannen voor eilanden met zonnecollectoren en nog meer offshore windparken, zoals in het IJsselmeer. Hoe hypocriet kan een overheid zijn, die zulke plannen bevordert? Gewoon niet aan beginnen.”

Altijd op de hoogte blijven?