Willem de Graaf (70) is veertig jaar lid van de VNV

28 november 2022 Erik Kruisselbrink
 Willem de Graaf (70) is al veertig jaar lid van de Vereniging van Nederlandse Visspecialisten.

“Je moet mij niet bellen”. Dat is het standaardantwoord van Willem de Graaf als zijn schoonzoon of dochter hem vraagt of hij een dag kan bijspringen op de markt. Maar hij zegt het op zo’n manier dat je wel merkt dat hij dat stiekem tóch graag doet. 

Foto's: Koos Groenewold

Niet te vaak, gemiddeld een keer in de week wil hij best bijspringen. De voormalig ambulante vishandelaar is 70 en al veertig jaar lid van de jubilerende Vereniging van Nederlandse Visspecialisten (VNV). En specialist blijft hij want vroeger deed een vishandelaar alles zelf. “Nu kun je alles kant en klaar inkopen.”

Willem de Graaf heeft een bewogen ondernemersleven als ambulant vishandelaar achter de rug. Hij is op zijn veertiende in de handel beland. “Ik wilde niet doorleren”, aldus De Graaf gekscherend, “dus ik moest van mijn vader een overall aan en aan het werk. En in Bunschoten-Spakenburg is dat dan in de vishandel. Ik hielp mee op markten bij mijn vader, mijn oom en mijn opa en op mijn achttiende ben voor mijzelf begonnen. Met een Volkswagen-busje en een zeiltje spannen en dat was het. Nu zijn het complete huizen die je ziet. Verkoopwagens met een vrachtwagen ervoor.”

Dat had De Graaf aan het eind van zijn loopbaan zelf ook. Twee zelfs, twee verkoopwagens en vrachtwagens. “Daar groeide je vanzelf in. Dat deed ik met behulp van personeel. Vijf man in vaste dienst en telkens zes oproepkrachten. En mijn vrouw Elisabeth hielp op zaterdag ook mee.” Vaker was niet te doen, want thuis hadden ze ook vijf dochters. De eerste wagen kocht Van de Graaf bij BK en daarna was hij vaste klant bij Van der Mey in Voorthuizen. “Ik hoefde maar te bellen – een band eraf of de oven die het niet meer deed – binnen een uur was hij er. Dat moet ook, want als het twee dagen duurt, moet je ook nog de markt van de volgende dag afzeggen. En dat kan niet, want voor de markt moet je zeven dagen per week klaar staan.”

Met drie markten door

Vishandel Willem de Graaf_foto: Koos Groenewold_2

Dochter Annemarie heeft het bedrijf inmiddels overgenomen.

Tot zijn zestigste stond De Graaf zes dagen per week op de markt. Dat begon op maandag op Texel van 5.00 tot 17.00 uur en eindigde op zaterdag in thuishaven Bunschoten-Spakenburg. Toen hij zestig was verkocht De Graaf driekwart van de markten aan zijn schoonzoon Volkert Muis. Muis is met oudste dochter Ca­ro­­­line getrouwd. Die staat zelf niet in de kraam, want zij is als doctorandus economie in een hele andere sector beland.
“Mijn schoonzoon vond zes dagen in de week te veel en daarom ben ik toen zelf met drie markten doorgegaan. Die heb ik vorig jaar aan mijn jongste dochter Annemarie overgedaan. Zij heeft er daarnaast zelf nog een aantal markten bij gezocht. Beiden helpt De Graaf nog geregeld mee. Hij schat dat hij gemiddeld nog een dag per week actief is op de markt. “Aankomende zaterdag ga ik weer met mijn schoonzoon mee”, vertelt hij tijdens het interview. “Die heeft gebrek aan een chauffeur.”

‘Voor de markt moet je zeven dagen per week klaar staan’

Contact met mensen

Vishandel Willem de Graaf_foto: Koos Groenewold_3

Willem de Graaf springt nog regel­matig bij op de markt bij dochter of schoonzoon.

Het mooiste aspect van het marktkoopmanschap heeft de Graaf altijd het contact met mensen gevonden. “Je bouwt echt een band met mensen op. Ik kende de meeste klanten al jaren. Dan vroeg ik of iemands arm al was genezen en maakte ik een opmerking dat iemands haar leuk zat. De vis kwam dan wel. En die band is er nu nog. Ik kwam laatst op een markt waar ik zeven jaar lang niet geweest was. Daar herkenden sommigen mij nog. En ze vragen ook regelmatig aan mijn schoonzoon of dochter hoe het met mij is.”

De Graaf heeft altijd op weekmarkten gestaan. Daar is hij op een vanzelfsprekende manier ingerold. Daarnaast deed hij ook nog wel eens een braderie, jaarfeest of ander evenement. De markt is flink veranderd in de loop der jaren. Vroeger verkocht hij vooral verse vis als schol en schelvis met graat. “Die maakten ze thuis zelf schoon om vervolgens zelf ook te bakken. Daar verkocht je zo twintig, dertig kilo per dag van. Dat gold ook voor de haring. Daar verkocht je er ongesneden wel eens tweeduizend per dag van. Die verpakten we per vijf in de krant en thuis werd de vis dan schoongemaakt. Tegenwoordig is het allemaal kant-en-klaar, kibbeling, filet en absoluut geen graat. En het moet vooral niet naar vis smaken, maar naar de saus. En je ziet overal kant-en-klaar producten met bami en nasi. Niks mis mee hoor, maar het is gewoon anders. Kwartiertje in de oven en klaar.”
Dochter Annemarie en schoonzoon Volkert verkopen inmiddels zelf ook de nodige kant-en-klaar maaltijden, maar daar is De Graaf zelf nooit meer aan begonnen.

Fijn om op terug te vallen

We spreken Willem de Graaf omdat hij veertig jaar lid is van de VNV. Een vereniging waar hij altijd trouw lid van is gebleven. “Het is altijd makkelijk als je ergens op terug kunt vallen. Bijvoorbeeld als je een conflict hebt met een marktmeester of iemand van de Inspectie voor Volksgezondheid. Dan is het fijn dat je weet dat er een partij achter je staat. Tegenwoordig moet je voor een inspectie de papieren goed op orde hebben en als een product verpakt is, moet de houdbaarheidsdatum op orde zijn. Maar echt verstand van de kwaliteit van de vis hebben ze niet meer."

Makkelijker voor de handelaar

Vishandel Willem de Graaf_foto: Koos Groenewold_4

Willem de Graaf, dochter Annemarie (met de vis) en de vijf personeelsleden.

Met die kant-en-klaar producten is het leven van de vishandelaar ook een stuk makkelijker geworden, erkent De Graaf. “Als je het maar op de juiste temperatuur bewaart en goed de houdbaarheidsdatum in de gaten houdt. Daar hoef je weinig vakkennis voor te hebben. En je hoeft er ook weinig aan te bereiden. Ik kocht vroeger mijn vis in bij diverse vishandelaren en die hadden ook echt verstand van vis. Ze wisten ook precies wat ik wilde hebben. En als het niet goed was ging ik naar een ander. Ik kwam onlangs in een winkel en daar hadden ze in een hoekje nog wat ‘verse vis’ liggen. De papieren waren op orde en de vis werd keurig op 7 graden bewaard. Maar de vis zag er niet uit. Ik heb de ondernemer toen geadviseerd om die vis snel ‘uit de kraam’ te halen.”
Om als ambulant handelaar aan de slag te gaan, volgde De Graaf opleidingen algehele vakkennis, vakkennis van de groothandel en je moest in die tijd nog een middensstandsdiploma hebben. “Tegenwoordig hoef je alleen maar ingeschreven te staan bij de kamer van Koophandel.”

Tot slot gevraagd naar adviezen voor de huidige of aankomende generatie ambulante handelaren, zegt De Graaf: “Goed je best doen, op de kwaliteit letten en niet op uren kijken. En zorg dat je een band opbouwt met je klanten. Ze moeten zoveel vertrouwen in je krijgen dat ze bij je aan de kraam komen met de vraag: ‘Wat eten we vandaag?’” 

Geen nieuws van Vismagazine meer missen? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke maandag het laatste nieuws.

Inschrijven nieuwsbrief

Altijd op de hoogte blijven?