Economische groei

10 december 2019 Johan Nooitgedagt, Voorzitter Vissersbond

Wanneer je de kranten en andere media regelmatig leest dan bekruipt het gevoel dat we vlak voor het moment staan dat we de funeste gevolgen gaan voelen van klimaatverandering, ontbossing, overbemesting en overbevissing. Dit alles als gevolg van de economische groei en de eeuwige drang om tot schaalvergroting te komen.

Er zijn beweringen dat we snel af moeten van het idee dat economische groei altijd nodig is. Dat is wel bijzonder, want in de natuur is het toch niet anders? Ergens zit er iets natuurlijks in dat er grenzen aan de groei zijn. Toen ik begon in de visserij vertelde een wijze (scheeps)schroevenfabrikant mij dat de grenzen aan de groei werden bepaald door de diepgang van de havens. Hij doelde op de grootte van het schroefraam. Voor de visserij heb je een sterke motor nodig die het meeste rendement maakt met een grote langzaam draaiende schroef. Dan moet je dus een haven in kunnen komen waar veel water staat.

Club van Rome

In 1972 schreef de Club van Rome hier al over. Toch is er jaren daarna doorgewerkt aan de modus om alsmaar door te groeien. De opbrengsten gingen omlaag en dus moet je meer produceren om uit de rode cijfers te blijven, het is een vicieuze cirkel. Om dit te veranderen is een debat nodig waarbij prijsverhoudingen in de keten aan de orde komen. Daar moet een evenredigheid in zitten, of gaan we dan teveel naar een geleide economie? Ontneemt dat misschien juist het broodnodige ‘marktdenken’ en ondernemerschap?  Ik zou er niet aan mee willen werken wanneer er een zeker luiheid uit zou ontstaan.

Wet- en regelgeving

De enige die de kaders voor een goed systeem van structuur en groeivorm kan scheppen is de overheid. Die moet het debat starten en een integere opstelling innemen. Het is uiteindelijk ‘het systeem’ dat er voor heeft gezorgd dat groeien (in omvang) een ‘natuurlijk’ gegeven is geworden. Groeien op het gebied van kwaliteit en andere ‘zachte’ waarden zijn van een heel andere dimensie. Kijk alleen al naar het belastingsysteem, de subsidies en/of de opstelling van de (meeste) banken. Ik zag het onlangs nog bij de opvolging in het familiebedrijf. De eerste vraag was: “Hoe gaat de volgende generatie de groei van het bedrijf realiseren?”. Dat ging over goedkoper produceren onder het motto ‘meer massa is meer kassa’. Zit dat inmiddels in onze genen?

Minister van economische zaken & Klimaat

Bijna onwerkelijk dat Wiebes deze twee zaken in één portefeuille heeft. Hij zei: “Om het klimaatbeleid te realiseren met behoud van uitstekende publieke voorzieningen en koopkracht is geld, welvaart en groei nodig.” Dat moet je nu aan de boeren en vissers voorleggen, ik weet welke antwoorden er komen. Groei zit bij boeren en vissers diep verankerd. Dat is zo gegroeid om maar dezelfde woorden te gebruiken. De PK-race is zo’n vorm van traditionele groei geweest. Meer pk’s is meer vangst en daarvoor heb je weer meer quota nodig. Alles functioneert (nog) bij de gratie van groei. Daar is een (paradigma verschuivende) kentering nodig. Welvaart zonder groei, bestaat dat eigenlijk? Is dat dan misschien hetzelfde als een reddingsboei die niet kan drijven?

Altijd op de hoogte blijven?