Levend fossiel

29 april 2021 Johan Nooitgedagt, Voorzitter Vissersbond

Wanneer ik ergens het drieletterwoord ‘vis’ lees of hoor, dan is dat voor mij een soort ‘wake-upcall’; alsof je scheepsnaam of visserijnummer door de marifoon schalt. Zo kwam ik op een markt het boek ‘Vis op de loop’ van visdeskundige (ichtyoloog) James Smith tegen. Een aanrader voor wie meer wil weten over vissen die 400 miljoen jaren geleden op aarde zwommen en alleen bekend stonden als fossielen.

In 1938 is volgens het boek de eerste levende fossiel gevangen: de Coelacanth, spreek uit ‘seul-akántus’. Dit is een naam voor een ‘kwastvinnige’ vis uit oeroude tijden. In het Afrikaans noemen ze deze vis ‘Ou Vierpoot’ omdat deze als de tussenstap tussen vissen en amfibieën wordt gezien. Later ontstonden de viervoetige dieren (de ‘oude viervoeters’).

De vinnen van de Coelacanth lijken een soort aanzet tot de vorming van pootjes. De naam is samengesteld uit de Griekse woorden koilos = hol en akantha = stekel, doorn, ruggengraat. De vis heeft holle graten en zijn vinnen bewegen op een ongebruikelijke manier, maar met een verrassende symmetrie; lopend onder water, zoals bij landdieren.

Circusact

Wat verder opvalt, is dat de oren van deze vis structuren vertonen die als voorloper worden beschouwd van een oor dat in staat is de trillingen in de lucht te beluisteren. Ook het darmtype toont gelijkenissen met de gewervelde landdieren. Verdere vergelijkingen zijn de beweeglijke vinnen die om hun as kunnen draaien. Heel merkwaardig is het op de kop staan: hij draait z’n kop omlaag en blijft zo enkele ogenblikken rechtop in het water staan. De exacte betekenis hiervan is nog steeds niet bekend. Ik hou het zelf op een circusact.
Coelacanthen zijn de naasten van longvissen en deze gingen 350 miljoen jaar geleden aan land; ze beweren dat wij mensen daar van afstammen. Zo kwamen ze vanuit het water op het land. Sommige mensen keerden voor het merendeel van hun leven niet terug in, maar op het water om vissen te vangen. Dat is veel stof om verder over na te denken.

Het boek van Smith brengt mij terug naar oorden waar ik als stuurmansleerling veel ben geweest. Ik had toen nog geen weet van het bestaan van deze bijzondere blauwe vissoort, laat staan dat ik iets van vis of visserij wist. Zuid-Afrika, Cape Town, Port Elizabeth, East-London, Durban, Straat van Madagaskar, de sterke Agulhas-stroom, de Comoren en havens zoals Lourenço Marques. Langs deze kusten verspreidde de auteur strooibiljetten met een foto, beschrijving en een beloning van maar liefst 100 Engelse ponden, voor een levend exemplaar van de Coelacanth. De eerste werd pas in 1952 rondom de eilandengroep Comoren gevangen. Smith huilde van geluk want het was inmiddels de missie van zijn leven geworden.

Springstof

Hoe tijden kunnen veranderen, blijkt wel uit het feit dat de onderzoeksschepen destijds werden geladen met tonnen springstoffen en vergif. Ze waren zich daarbij bewust van mogelijke schade voor de natuur en reacties van de lokale bevolking, zo blijkt uit een brief van Smith aan de Franse regering. De Fransen, destijds eigenaar van de Comoren, lieten Kapitein Cousteau met zijn beroemde schip de Calypso, hier duiken in diepere wateren. Daarvoor was beslist een zeer doelmatige jachtmethode nodig. We hebben het hier over hetzelfde Frankrijk dat de aanzet tot onze pulsvisserij uiteindelijk verbood. Tijden kunnen heftig veranderen.

Altijd op de hoogte blijven?