De Europese visserijministers en de Europese Commissie bereikten woensdagochtend 18 december in Brussel een akkoord over het visserijquotum voor 2020. Voornamelijk tong en schol – belangrijke commerciële soorten voor de Nederlandse vloot – ontwikkelen zich gunstig. Het kabeljauwquotum is drastisch verlaagd. Zowel VisNed als de Nederlandse Vissersbond zijn tevreden met de uitkomst.

Visquota worden jaarlijks vastgesteld op basis van duurzaamheid in de brede zin. Dit gebeurt op basis van Wetenschappelijk onderzoek. Ministers worden jaarlijks op pad gestuurd om naast de visbestanden, ook zorg te dragen voor de sociaaleconomische duurzaamheid. Zij gaan onderling in overleg over hoeveel vis er gevangen mag en kan worden, met oog voor de natuur en voor leefbaarheid van visserijgemeenschappen, duurzame voedselvoorziening en werkgelegenheid gekoppeld aan de visserij. 

Johan Nooitgedagt: “Voor de Nederlandse vloot zijn wij zeer tevreden met het vastgestelde resultaat binnen de mogelijkheden die er zijn. De aanwas van tong en schol is explosief dit jaar. Dat is een zeer goede ontwikkeling voor nu, maar voornamelijk voor de toekomst. Een zetje in de rug die de Noordzeevissers in deze moeilijke periode wel kunnen gebruiken. De kottervissers hebben geen gemakkelijk jaar achter de rug met de invoering van de aanlandplicht, een totaalverbod op pulsvisserij, een toename van windmolenparken op de Noordzee en een naderende Brexit.

Vangstquota

De meeste commerciële soorten staan er goed voor. Uitschieters zijn tong en schol. De onderzoekers van ICES (International Council for the Exploration of the Sea) constateerde tijdens het jaarlijkse onderzoek dat de omvang van de tongbestanden nog groter is dan verwacht. Daarom mag er 40 procent meer tong gevangen worden. Het quotum voor schol is met 17 procent verhoogd.

Uitzonderingen op dit beeld zijn kabeljauw en zeebaars. Met de kabeljauw gaat het minder goed dan verwacht. De vis moet de kans krijgen om te herstellen en dus mag er minder op gevist worden. Het vangstquotum is verlaagd met 50 procent ten opzichte van 2019. Kabeljauw is een gedeeld bestand met Noorwegen. Deze verlaging heeft vooral veel impact hebben op de vloot van vooral het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. “Voor visserijen die sterk afhankelijk zijn van kabeljauw is een halvering van de toegestane vangsten een zware klap", zegt Pim Visser van VisNed. "Voor de Nederlandse vissers is kabeljauw een bijvangstsoort, maar wel belangrijk om genoeg quotum voor te hebben.”

Het zeebaarsbestand laat een beter beeld zien, maar de situatie blijft zorgelijk. Daarom is het vangstadvies voor zeebaars ten opzichte van 2019 nauwelijks aangepast. Schepen hebben met 520 kg per 2 maanden iets meer flexibiliteit en ruimte. Lijnvissers mogen 5,7 ton per jaar aanvoeren en staandwantvissers mogen 1.400 kilogram zeebaars aanvoeren. “De Nederlandse delegatie heeft gestreden voor het behoud van de gerichte zeebaarsvisserij voor de kleinschalige staandwantvissers. Gelukkig is een beperkte gerichte visserij voor deze groep nog steeds mogelijk’, zegt Nooitgedagt.

Maximum Sustainable Yield

Het doel van de Europese Unie was alle visbestanden in 2020 op MSY-niveau bevissen. Maximum Sustainable Yield (MSY) betekent dat een deel van de jaarlijkse aanwas (de rente) van een visbestand mag worden opgevist, terwijl de robuuste omvang van het paaibestand (het kapitaal) in stand blijft voor de toekomst.

Elk jaar brengt ICES naar aanleiding van jaarlijkse onderzoeken een advies uit over hoe een bestand MSY-waardig bevist kan worden. Dit advies speelt een zwaarwegende factor in de besluitvorming over de vangstquota tijdens de Visserijraad. “Alleen voor kabeljauw zit er een kleine afwijking ten opzichte van het ICES-advies, alle andere bestanden worden komend jaar op MSY-niveau bevist”, vertelt Nooitgedagt.

Nooitgedagt laat namens de vissersbond weten dat hij tevreden is met de uitkomst. Los van een korting op het quotum voor tarbot, is VisNed dat ook. Pim Visser: “Volgend jaar wordt het spannend. Dan zullen we moeten kijken hoe we zowel met Noorwegen als met het VK tot een deal komen en dat kan met de huidige toonzetting in het Brexit dossier nog een hele kluif worden. We zetten ons als sector in Europees verband in om ook na Brexit de verhoudingen met het VK goed te houden. Tenslotte hebben de landen om de Noordzee allen baat bij een gezonde zee.”

Dat geldt niet voor natuurorganisaties. Zij zijn niet blij met de afgesproken quota. "Veel visquota voor het komende jaar zijn toch hoger dan wettelijk is toegestaan. Internationale natuurorganisaties zullen dan ook samen gaan onderzoeken of juridische stappen kunnen worden genomen", zegt Stichting de Noordzee in het Algemeen Dagblad.

MSC keurmerk

Tussen de Visserijraad door werd er stilgestaan bij de grootste MSC-certificering tot nu toe. In november is een collectieve MSC-certificering afgegeven voor 15 afzonderlijke bestanden van 12 soorten, 10 vistuigtypes, 3 vangstgebieden en 961 schepen.

Voor de Nederlandse vloot zijn de twinrig, flyshoot, staand want en boomkor gecertificeerd. In het certificaat zijn de volgende vissoorten opgenomen: tong, schol, kabeljauw, schelvis, heek, leng, schartong, een deel van de Noorse kreeft, Noorse garnaal, koolvis, lom en wijting. Dit betekent dat bijna de hele Nederlandse kottervloot voldoet aan de eisen van het MSC-keurmerk. In Brussel overhandigde MSC-voorman Hans Nieuwenhuis het MSC certificaat aan de visserijvoormannen van Duitsland, Denemarken, Zweden en Nederland.

Altijd op de hoogte blijven?