Kreeftenvissers rond de Oosterschelde maken zich zorgen over het leefmilieu van de Oosterscheldekreeft, nu er opvallend veel dode en verzwakte dieren worden aangetroffen in de fuiken. Wageningen Marine Research start een onderzoek. Daarnaast zijn er meldingen over sterfte onder mosselen, kokkels en tapijtschelpen.
Onderzoeker Jildou Schotanus van Wageningen Marine Research in Yerseke wil net als de kreeftenvissers weten wat de oorzaak is. Waarom zijn de kreeften zo slap en zo weinig beweeglijk? “We hoorden van duikers in 2023 al dat ze veel dode kreeften op de bodem van de Oosterschelde zagen”, zegt Schotanus in de PZC.
Sommige kreeftenvissers wezen vorig jaar al naar staalslakken als mogelijke schuldige voor de kreeftensterfte en de slechte kreeftenconditie. Het restproduct uit de staalindustrie staat volop in de belangstelling. In de Oosterschelde en de Westerschelde zijn de slakken toegepast als kustversteviging. De staalslakken zijn goedkoop, maar omstreden. Ze zouden het water mogelijk vervuilen en slecht zijn voor het zeeleven.
Een verband tussen de staalslakken en de zwakke kreeften is nog niet aangetoond, aldus Schotanus. “We onderzoeken daarom de komende tijd niet alleen kreeften die in de Oosterschelde zijn gevangen. We vergelijken ze ook met kreeften uit het Grevelingenmeer waar het nog wel goed lijkt te gaan.”
Schelpdieren
Addy Risseeuw, secretaris van de Producentenorganisatie Mosselcultuur, pleit ook voor grondig onderzoek naar mossels, kokkels en tapijtschelpen. “Er zijn meldingen van sterfte onder mosselen en tapijtschelpen in de Oosterschelde en willen dat goed inventariseren en onderzoeken”, zegt Risseeuw in de PZC. De PO Mosselcultuur heeft de WUR en het Ministerie van Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) om een dergelijk onderzoek gevraagd.