Zeevruchtenbijbel

Tijdens het jubileumfeest van visgroothandel Adri & Zoon werd het onthuld: het boek ‘Fruits de mer. Spectaculair’. De loodzware bijbel van de schaal- en schelpdieren met 535 pagina’s is een genot om te lezen. Om met Fruits de mer kennis te maken, neemt Inge Bruijnooge ons mee langs de kust, om te beginnen in Zeeland maar uiteindelijk tot diep in Frankrijk en soms nog verder. Het is een fascinerende ontdekkingsreis naar een unieke wereld onder water. Vol leven, kleur, en van een schitterende schoonheid (die uitstekend is gevangen in de prachtige fotografie). De wereld van de vruchten van de zee. De praktische aanwijzingen voor het schoonmaken van zeevruchten, een selectie van wijnen om ze te begeleiden en de culinaire recepten van een groot aantal topchefs maken de reis compleet.

Inge Bruijnooge heeft al heel lang een fascinatie voor ‘schelpen’. Ze bewaart mooie herinneringen aan de vakanties in Frankrijk en Spanje waar ze met het gezin de stranden afstruinde om de mooiste schelpen te zoeken en de smaken te ontdekken. Bij het gezin van Inge en Adri staan ze vaak op tafel. “Het eten van ‘kruukels met krentenbrood’ is zo’n gewoonte die we met Pasen springlevend houden. Tijdens de Kerstdagen hebben we een zelfbedachte traditie; het menu bestaat dan vooral uit de lekkerste oesters en kreeft.” Voor de niet-Zeeuwen: kruukels zijn ook bekend als alikruiken.

Op de pagina’s 180 en 181 van het boek staat een handzaam overzicht van de weekdieren en schaaldieren die we kennen onder de verzamelnaam ‘fruits de mer’. De weekdieren of mollusca vallen uiteen in tweekleppigen (onder meer kokkels, mosselen, oesters, scheermessen en venusschelpen), buikpotigen (onder meer alikruiken, wulken en zee-egels) en koppotigen (pijlinktvis, sepia en octopus). De schaaldieren of crustacea bestaan onder meer uit krabben, kingkrabben, langoustes (zonder scharen), zeekreeften, rivierkreeften, langoustines (met scharen), garnalen en gamba’s. Daarnaast is er nog een vreemde ‘eend’ in de bijt: de eendenmossel.

Van elke soort bespreekt Bruijooge de anatomie, de voortplanting, de leefwijze en de leefomgeving. Daarnaast gaat ze in op de kweekmethodes en de visserij. Niet alle schelpdieren lenen zich voor grootschalige kweek (die we vooral kennen van mosselen en oesters). Bruijnooge laat zien dat er in Frankrijk vanaf de jaren tachtig succes is geboekt met artificiële schelpenbanken voor de kweek van de Coquille Saint-Jacques, symbool voor de pelgrims naar Santiago de Compostela.