Op de visafslag van Scheveningen zijn Thomas Smith (links) en Marcel de Vries bezig met het bemonsteren van blonde rog (foto: Willem M. den Heijer).

Om de stand van de visbestanden in de Noordzee te kunnen analyseren, is het belangrijk om data te verzamelen. Dat verzamelen van data gebeurt niet alleen op zee, maar ook aan wal. Medewerkers van Wageningen Marine Research (WMR) trekken er regelmatig vroeg op uit om monsters te nemen in de belangrijkste visafslagen.

Op een vroege vrijdagmorgen installeren Thomas Smith en Marcel de Vries hun attributen in de Scheveningse visafslag. Ze gaan bemonsteren. Dat betekent onder andere wegen en meten. Maar biologische gegevens als leeftijd, geslacht en geslachtsrijpheid behoren ook tot de monstername. Voor het bepalen van de leeftijd, snijden ze de gehoorsteentjes, otolieten genoemd, uit de vis. Soorten als tong en schol gaan mee naar het instituut in IJmuiden omdat het uitsnijden precisiewerk is en veel tijd vereist. Bij kabeljauw verwijderen ze de otolieten in de visafslag zonder de vis te beschadigen.

Data

Gehoorsteentjes zijn opgebouwd uit een aantal dunne kalklagen en bevinden zich vlakbij het evenwichtsorgaan in de kop van de vis. Op basis van het aantal ringen in de otolieten kan de leeftijd bepaald worden. Vergelijkbaar met de ringen van een boom. Echter bij rog en haai ontbreken deze otolieten. De data die bij bovengenoemde bemonsteringen zijn verzameld, worden weer gebruikt bij het vaststellen van de situatie waarin de visbestanden, waarop de kottervloot vist, zich bevinden. Het onderzoek vindt plaats in opdracht van het ministerie van LNV. 

Altijd op de hoogte blijven?